Van exclusie naar inclusie

KIKOEN is een inclusieve buitenschoolse kinderopvang. We streven ernaar om alle schoolgaande kinderen welkom te heten op onze opvanglocaties. 
 
Maar inclusie, wat is dat eigenlijk? 
 
Wel, inclusie gaat over het meedoen en erbij horen van mensen met een specifieke ondersteuningsbehoefte. Door inclusief te werken, willen we meewerken aan een inclusieve samenleving: een samenleving waar iedereen aanvaard wordt zoals hij/zij is en waar iedereen kan meedoen. 
 
Enkele definities: 

"Inclusie is insluiting, het tegenovergestelde van exclusie." (Van Dale)

"Inclusieve buitenschoolse opvang is opvang buiten de schooluren, waarin kinderen met specifieke ondersteuningsbehoeften samen met kinderen zonder specifieke ondersteuningsbehoeften hun vrije tijd spenderen. Men gaat uit van sterktes van de kinderen en er wordt ingespeeld op de noden en vraag van alle kinderen. En dit zonder in te boeten aan kwaliteit."

Van exclusie naar inclusie 
We zoomen wat dieper in op vier termen: exclusie, segregatie, integratie & incusie. 
Bron: Grip vzw

 

 

Exclusie (= uitsluiting)

Een persoon mag niet deelnemen aan de samenleving omwille van zijn handicap.

"Je mag niet meedoen, omdat je een handicap hebt."

Voorbeelden

  • Leerkracht weigert leerling: ‘In onze school geven we geen les aan kinderen met een verstandelijke beperking’.
  • Een kind mag niet aansluiten bij de jeugdbeweging omwillen van zijn fysieke beperking. 'In een rolstoel kan je niet deelnemen aan onze activiteiten.'

 

 

 

Segregatie

Bij segregatie leven personen met een handicap samen in een omgeving die speciaal voor mensen met een bepaalde beperking of verschillende soorten beperkingen is voorzien, apart en geïsoleerd van mensen zonder handicap.

"Je leeft in een aparte omgeving, samen met andere personen met een handicap."

Voorbeelden

  • ‘Ik werk in een maatwerkbedrijf (beschutte werkplaats) samen met andere mensen met een handicap’
  • Paralympische Spelen

 

 

 

 

Integratie

Bij integratie mogen personen meedoen als ze zich kunnen aanpassen. De bestaande structuren passen zich niet of te weinig aan aan de noden van de persoon. Volwaardige en duurzame deelname is dan ook vaak heel moeilijk of kost de persoon heel veel inspanning.

"Je mag meedoen, maar je moet zelf de drempels wegkrijgen."

Voorbeelden

  • ‘Ik kan niet meedoen aan de teamdag, omdat de plaats niet rolstoeltoegankelijk is’ 
  • Een leerling krijgt wel individuele hulpmiddelen en ondersteuning. Men wil echter niet aan een aangepast traject werken, hoewel het tempo voor de leerling te hoog is.
  • ‘Op school en later op het werk kreeg ik geen goede aanpassingen voor braille op de pc’.
  • ‘Tijdens mijn hele schoolloopbaan mocht ik maar 3x meer op schoolreis. De leraar vond altijd wel een argument waarom de reis voor mij niet kon: te gevaarlijk, niet toegankelijk,…’

 

 

Inclusie

Je kan inclusie op verschillende manieren beschrijven. Van heel eenvoudig zoals ‘iedereen hoort er gewoon bij’ tot heel uitgebreide definities, waarin ook staat welke voorwaarden er zijn om tot inclusie te komen. Die manieren hebben allemaal hun waarde. We kiezen hier voor een middenweg: ‘Inclusie is het recht op volwaardige deelname aan de samenleving op gelijke voet met andere burgers, een onafhankelijk leven met gelijke keuzemogelijkheden en met respect voor individuele keuzes.’

"Je kan even goed meedoen, je hoort erbij en de drempels zijn weggewerkt."

Voorbeelden:

  • Kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte spenderen hun vrije tijd samen met leeftijdsgenootjes/broers/zussen in de buitenschoolse kinderopvang 
  • ‘Ik kan in mijn huis blijven wonen, met goede ondersteuning’